Vol 40 Nr 2 (2022)

Gepubliceerd: 2022-08-22

Redactioneel

Onderzoeksartikel

  • Bouwstenen als kompas Een visie op praktijkgericht onderzoek

    Martine Noordegraaf, Danielle van de Koot
    7-21

    In dit artikel wordt verslag gedaan van een onderzoek naar de opvattingen over praktijkgericht onderzoek van lectoren van de Christelijke Hogeschool Ede (CHE) die als gezamenlijk onderzoeksprofiel hebben gekozen voor de kracht van relaties. In focusgroepen met maximaal drie lectoren is besproken welk type relaties bestudeerd worden, met welke methoden van onderzoek wordt gewerkt en hoe relationeel de onderzoekers zelf te werk gaan. De uitkomsten van de focusgroepen zijn voorgelegd aan de directeur onderzoek en besproken met alle lectoren samen. Ook is internationale literatuur bestudeerd over de aard en kenmerken van praktijkgericht onderzoek. Dit heeft geleid tot een vijftal bouwstenen die samen de visie op CHE lectoraatsonderzoek vormen. Onderzoek aan de CHE is: gericht op het begrijpen van praktijken, vanuit een abductieve redeneerwijze, vanuit een relationele werkwijze, gericht op het verbeteren van praktijk en op leren en reflectie. Hiermee is taal ontstaan waarmee lectoren onderling in gesprek kunnen komen over de aard van hun onderzoek, elkaar waar nodig op blinde vlekken kunnen wijzen, maar waarmee zij vooral steeds terug kunnen keren naar de kern van hun werk . Het type gesprek dat in de ontwikkeling van praktijkgericht onderzoek aan hogescholen een nadrukkelijke plek verdient.

  • Succes niet-westerse student start bij familie, alliantie en sociale veiligheid!

    Youssef Azghari, Janine Janssen, Christa Nieuwboer
    23-40

    Studentsucces hangt samen met studiesucces en participatie. Studentsucces behelst zowel het succesvol studeren (hoe goed doet de student het op school qua doorlopen van de studie?) als participeren (hoe goed ontwikkelt de student in maatschappelijk opzicht zich persoonlijk en professioneel?). In het hoger onderwijs ligt dit studentsucces onder studenten met een niet-westerse migratieachtergrond lager dan onder studenten zonder migratieachtergrond. Welke factoren bepalend zijn, en hoe studentsucces bevorderd kan worden, waren de twee onderzoeksvragen in dit kwalitatieve, exploratieve actieonderzoek. Op basis van de percepties van 248 respondenten tussen 17 en 29 jaar, twee interviews met professionals, en feedback en check op de uitkomsten door 15 leden van de klankbordgroep, die de betrokkenen vertegenwoordigen, blijken drie factoren doorslaggevend te zijn voor de student met een niet-westerse migratieachtergrond: familie, persoonlijke alliantie en sociale veiligheid op school. In dit artikel worden de factoren beschreven waar de respondenten, die bestaan uit studenten op het mbo-4 en hbo met of zonder migratieachtergrond, tijdens hun studie blij van worden of waar ze van ‘balen’. Ook worden de resultaten van deze groepen met elkaar vergeleken. Tot slot volgen de acties op het gebied van ‘delen, ontmoeten en verbinden’ als antwoord op hoe hun studentsucces gestimuleerd kan worden.

  • Academisch optimisme in het hoger onderwijs, de betekenis van het construct, vanuit het perspectief van studenten en docenten

    Els de Ceuster, Ruud Lelieur, Peter van Petegem
    41-59

    Studie-uitval in het eerste jaar van het hoger onderwijs is een hardnekkig probleem. Individuele kenmerken van de student worden vaak als de belangrijkste voorspeller gezien. Maar de leeromgeving zelf heeft ook een belangrijke mediërende rol. Hoy, Tarter & Woolfolk Hoy (2006) introduceerden het construct ‘Academisch optimisme’ in hun onderzoek naar eigenschappen in de leeromgeving die een verschil kunnen maken voor het realiseren van studiesucces in het primair en secundair onderwijs. Drie deelconcepten komen hier samen: academische gerichtheid, collectieve doelmatigheid en collectief vertrouwen. Onderzoek naar academisch optimisme bevestigt de sterke relatie met studiesucces. Dit verkennend kwalitatief onderzoek focust op de mogelijke vertaling van het construct naar de context van het hoger onderwijs. Op basis van semi-gestructureerde interviews met docenten en studenten komen een aantal resultaten naar voor. Een belangrijk kenmerk van de academische gerichtheid in het hoger onderwijs is de mate waarin leren verbonden is met de toekomstige beroepscontext. Docenten ervaren collectieve doelmatigheid door het opzetten van een ondersteunende leeromgeving. Bij de vertaling van het collectief vertrouwen is verbinding tussen studenten onderling en tussen studenten en docenten een belangrijke voorwaarde. Academisch optimisme kan, mits enkele aanpassingen, een belangrijk construct zijn binnen het verder onderzoek naar studiesucces in het hoger onderwijs.

  • Bewustwording creëren rond onderwijsinnovatie met ICT op integraal niveau

    Marlies ter Beek, Dorien Hopster-den Otter, Kim Schildkamp
    79-102

    Sinds de plotselinge transitie naar online onderwijs als gevolg van de covid-19-maatregelen is de inzet van ICT onmisbaar geworden binnen het hoger onderwijs. Investeren in onderwijsinnovatie met ICT kan bijdragen aan de kwaliteit en toegankelijkheid van het hoger onderwijs en kan de aansluiting tot de arbeidsmarkt verbeteren. Onderwijsinnovatie met ICT vraagt echter veel van en afstemming tussen alle lagen van een organisatie. Dit betekent dat er een integrale aanpak gehanteerd moet worden, van de visiedocumenten tot de ICT-infrastructuur en support. Deze studie beschrijft de ontwikkeling, validering en evaluatie van de integrale ICT-bewegingssensor, een instrument om de bewustwording over onderwijsinnovatie met ICT te stimuleren binnen hoger onderwijsinstellingen. De bewegingssensor biedt bestuurders, managers, ICT’ers, studenten en docenten een handreiking om integraal in gesprek te gaan over inhoudelijke thema’s als visie en beleid, leiderschap, docentprofessionalisering en de ICT-infrastructuur binnen de onderwijsinstelling. Na de inhoudelijke validatie door tien experts is het instrument ingezet en geëvalueerd in vier hoger onderwijsinstellingen. De resultaten van deze studie bieden inzicht in de manier waarop bewustwording op het gebied van onderwijsinnovatie met ICT vergroot kan worden. Daarnaast laat het zien hoe het instrument verder ontwikkeld moet worden en worden implicaties voor toekomstig onderzoek beschreven.

Reflectie op proefschrift

  • Probleem-oplossen in het hoger onderwijs door (zelfgestuurd) leren van voorbeelden en oefenproblemen Artikel gebaseerd op proefschrift: Acquiring problem-solving skills in higher education: Sequencing and self-regulated learning from examples and problems.

    Milou van Harsel, Vincent Hoogerheide, Peter Verkoeijen, Tamara van Gog
    61-78

    Novieten leren nieuwe probleem-oplostaken op een effectieve manier door het bestuderen van voorbeelden, zoals stap-voor-stap uitgeschreven oplossingsprocedures of een docent die (op video) voordoet en uitlegt hoe je een probleem oplost. Steeds vaker worden (video)voorbeelden en oefenproblemen ingezet in computer-gebaseerde leeromgevingen om studenten (zelfstandig) nieuwe probleem-oplostaken te leren. In dit proefschrift is onderzocht 1) hoe (video)voorbeelden en oefenproblemen aangeboden moeten worden aan novieten om hun motivatie en leerprestaties te bevorderen, en 2) hoe (goed) novieten leren van (video)voorbeelden en oefenproblemen als zij zelfstandig leertaken kiezen. Resultaten lieten zien dat het bestuderen van voorbeelden, eventueel afgewisseld met oefenproblemen, leidde tot hogere leerprestaties, behaald met minder moeite en meer vertrouwen in eigen kunnen, dan alleen oefenproblemen oplossen. Starten met een voorbeeld voorafgaand aan een oefenprobleem kostte minder moeite en gaf meer vertrouwen in het eigen kunnen dan andersom. Wanneer studenten zelf voorbeelden en oefenproblemen konden kiezen, kwamen hun keuzes relatief goed overeen met bekende principes voor het effectief leren van nieuwe probleem-oplostaken. Wellicht om die reden, leidde instructie over zulke principes voorafgaand aan zelfgestuurd leren, niet tot betere leeruitkomsten. Toch is voorzichtigheid geboden met het inzetten van zelfgestuurd leren: zelfs na instructie over effectieve principes was er ruimte voor verbetering in taakkeuzes.