Academisch optimisme in het hoger onderwijs, de betekenis van het construct, vanuit het perspectief van studenten en docenten
DOI:
https://doi.org/10.59532/tvho.v40i2.13547Trefwoorden:
academisch optimisme, studiesucces, hoger onderwijs, studie-uitvalSamenvatting
Studie-uitval in het eerste jaar van het hoger onderwijs is een hardnekkig probleem. Individuele kenmerken van de student worden vaak als de belangrijkste voorspeller gezien. Maar de leeromgeving zelf heeft ook een belangrijke mediërende rol. Hoy, Tarter & Woolfolk Hoy (2006) introduceerden het construct ‘Academisch optimisme’ in hun onderzoek naar eigenschappen in de leeromgeving die een verschil kunnen maken voor het realiseren van studiesucces in het primair en secundair onderwijs. Drie deelconcepten komen hier samen: academische gerichtheid, collectieve doelmatigheid en collectief vertrouwen. Onderzoek naar academisch optimisme bevestigt de sterke relatie met studiesucces. Dit verkennend kwalitatief onderzoek focust op de mogelijke vertaling van het construct naar de context van het hoger onderwijs. Op basis van semi-gestructureerde interviews met docenten en studenten komen een aantal resultaten naar voor. Een belangrijk kenmerk van de academische gerichtheid in het hoger onderwijs is de mate waarin leren verbonden is met de toekomstige beroepscontext. Docenten ervaren collectieve doelmatigheid door het opzetten van een ondersteunende leeromgeving. Bij de vertaling van het collectief vertrouwen is verbinding tussen studenten onderling en tussen studenten en docenten een belangrijke voorwaarde. Academisch optimisme kan, mits enkele aanpassingen, een belangrijk construct zijn binnen het verder onderzoek naar studiesucces in het hoger onderwijs.