Vol 38 Nr 1 (2020)
Redactioneel
Onderzoeksartikel
-
Creatief klimaat: oordelen, verbeterwensen en samenhang met creatieve prestaties
De onderzoeksvragen die centraal staan in dit artikel zijn: welk oordeel hebben techniekstudenten over het creatief klimaat van hun opleiding, in welke mate hangt dit beoordeelde klimaat samen met hun gerapporteerde creatieve prestaties en welke suggesties doen zij ter verbetering van dit klimaat? Is er sprake van een interactie-effect tussen creativiteit als kenmerk van de student en als kenmerk van het onderwijsklimaat? Na het definiëren van creativiteit en creatief klimaat is een censussteekproef uitgezet onder hbo-techniekstudenten. 1075 van hen vulden een online vragenlijst in, waaruit bleek dat het mogelijk was creatief klimaat en zelf gerapporteerde creatieve prestaties op een betrouwbare manier te meten. Creativiteit als kenmerk van studenten hun persoonlijkheid en het onderwijsklimaat bleken beide een positief en betekenisvol effect op creatieve prestaties te hebben, maar een interactie tussen beide variabelen bleef uit. Na een verklaring voor deze uitkomsten volgen aanbevelingen voor vervolgonderzoek.
-
Evalueren van het niveau van studenten van HBOopleidingen met de Educaonal Level Evaluator (ELE)
Het meten en evalueren van het niveau van een hbo-opleiding op valide en betrouwbare wijze is een lastig probleem waarvoor nog geen adequate oplossing is gevonden. Wel zijn er verschillende initiatieven genomen en instrumenten ontwikkeld. Deze bleken echter ‘bureaucratisch’ en/of ‘ambigu’ wat de betrouwbaarheid van de meting in de weg staat. Er zijn instrumenten nodig waarmee valide en betrouwbaar wordt gemeten ‘wat studenten leren, en op welk niveau’. De onderzoeksvraag is: welk instrumentarium kan worden ontworpen waarmee het niveau van afgestudeerden van hbo-opleidingen valide en betrouwbaar is te evalueren en (nationaal en internationaal) is te vergelijken? Om aan deze vraag tegemoet te komen is met behulp van de Design Research Methodology (DRM) het conceptuele ontwerp van de Educational Level Evaluator (ELE) tot stand gekomen en zijn daarmee empirische studies uitgevoerd. Er zijn twee varianten van de ELE ontwikkeld: een kwantitatieve en een kwalitatieve benadering. Beide benaderingen laten zien dat zij voldoen aan de criteria van representativiteit, validiteit en betrouwbaarheid.
-
Mag ons hoger beroepsonderwijs wat meer flexibel?
Meer flexibiliteit binnen een leerroute is een actueel thema in het Nederlandse hoger onderwijs, ook op hogeschool Windesheim. Echter, wil de student wel meer flexibiliteit in zijn leerroute? En wanneer de student dit wil, zijn de behoeften voor flexibilisering van studenten te clusteren? Om deze vragen te onderzoeken is in december 2018 een digitale vragenlijst uitgezet onder de Windesheim-studenten (N = 22.634). Deze vragenlijst bevat 23 stellingen die zijn samengesteld op basis van verkennende literatuurstudie. Via deze stellingen hebben studenten aangegeven hoe zij de flexibiliteit in hun huidige opleiding ervaren en welke wensen ze hebben. Uit de resultaten (n = 5.125) blijkt dat Windesheimstudenten behoefte hebben aan meer flexibiliteit, niet alleen als het gaat over wanneer en waar, maar ook wat en hoe gestudeerd kan worden. Echter, deze behoefte is niet voor alle studenten even groot: clustering van de resultaten brengt vier groepen studenten met overeenkomstige wensen voor flexibilisering naar voren. Deze vier groepen laten qua algemene organisatorische, programmatische en persoonlijke achtergrondkenmerken zoals vooropleiding en geslacht weinig relevante verschillen zien. De vier gevonden clusters komen bijvoorbeeld voor in alle studiejaren, -vormen, opleidingstypen en bij alle vooropleidingen. De behoefte aan flexibilisering lijkt dan ook deels een gevolg van andere dan in ons onderzoek meegenomen (persoons-)kenmerken. De onderzoeksresultaten laten zien dat het Windesheimbreed aanbieden van flexibel onderwijs, naast organisatorische en programmatische souplesse, ook didactische-en pedagogische souplesse vraagt.