Vol 40 Nr 1 (2022)
Redactioneel
Onderzoeksartikel
-
Teamcoaching in het Hoger Onderwijs Help studententeams floreren!
In het Hoger Onderwijs vragen we studenten om voortdurend samen te werken. Succes is echter niet gegarandeerd als we studenten in teams laten werken zonder verdere begeleiding. Er is meer voor nodig om studenten écht goed te laten samenwerken. Onderzocht is of de inzet van teamcoaching aan de hand van de Team Diagnostic Survey (TDS) het functioneren van studententeams en (dientengevolge) de behaalde resultaten bevordert.
-
Meer aandacht nodig voor CSCL-Readiness sociaal gedrag en intrinsieke motivatie bij online groepswerk
Als gevolg van onder andere de coronacrisis maken lesgevers binnen en buiten het hoger onderwijs steeds meer gebruik van online groepswerk, de zogenaamde break-out-rooms. Deze vorm van samenwerkend leren (computer supported collaborative learning of CSCL) biedt lerenden een verregaande vorm van autonomie of zelfsturing. Een voorwaarde is dan dat lerenden een voldoende mate van CSCL-Readiness moeten vertonen (Xiong & Ton, 2015). CSCL-Readiness zegt immers iets over de mate waarin een lerende bereid is zich te engageren voor (online) groepswerk, in staat is om zich aan te passen aan de gebruikte technologie en bereid is om goede sociale interacties na te streven. Resultaten bij 64 studenten uit het eerste en het tweede jaar van de opleidingen educatieve bachelor lager- en kleuteronderwijs, demonstreren dat CSCL-Readiness (op voorhand gemeten), de kwaliteit van de sociale interacties tijdens online groepswerk kan voorspellen. Ook worden verbanden gezien tussen aspecten van intrinsieke motivatie en CSCL-Readiness enerzijds en de kwaliteit van de sociale interacties tijdens groepswerk anderzijds. De resultaten van de huidige studie wijzen op het belang van een voldoende bereidheid en motivatie ten aanzien van CSCL en op het voldoende ondersteunen van sociale interacties tijdens (online) groepswerk om het volle potentieel van CSCL te kunnen benutten.
-
De verbondenheid van meerderheids- en minderheidsstudenten met de universiteit in Nederland
Studenten die tot minderheidsgroepen behoren in termen van migratieachtergrond, LGBTQAI+, functiebeperking, sociaaleconomische status (SES) en internationale status voelen zich minder verbonden met de universiteit dan studenten die tot de meerderheid behoren. In deze studie is onderzocht in hoeverre studenten die behoren tot een minderheids- en de meerderheidsgroep zich verbonden voelen met de universiteit en in welke mate de verbondenheid wordt beïnvloed door sociale uitsluiting, interpersoonlijke en academische validatie. Gebaseerd op data van 440 studenten (convenience sample) aan twaalf Nederlandse universiteiten laat de multilevel analyse zien dat studenten met een migratieachtergrond en studenten met een lager sociaaleconomische status minder verbondenheid ervaren dan studenten die tot de meerderheid behoren. De ANOVA bevestigt dit voor andere minderheidskenmerken en laat zien dat minderheidsstudenten minder validatie en meer uitsluiting ervaren. Deze verschillen zijn sterker voor studenten die tot meerdere minderheidsgroepen behoren. Verder laat de Structural Equation Model zien dat sociale uitsluiting de relatie met verbondenheid medieert voor studenten met een migratieachtergrond en studenten met een lagere SES. Ook interpersoonlijke validatie medieert deze relatie voor de laatst genoemde groep. Tenslotte profiteren studenten met een migratieachtergrond minder van academische validatie in hun verbondenheid dan studenten zonder migratieachtergrond.
-
Het belang van relatiekwaliteit in het hoger onderwijs
Relaties tussen studenten en hun opleiding spelen een belangrijke rol in het hoger onderwijs. Studenten ontwikkelen zich in die periode immers tot jonge professionals die na het behalen van hun diploma de arbeidsmarkt betreden. In dit artikel worden de belangrijkste inzichten over een proefschrift over relatiekwaliteit in het hoger onderwijs gepresenteerd. In het promotieonderzoek onderzochten we de relatie tussen studenten en hun opleiding, oftewel relatiekwaliteit, vanuit een studentperspectief. We bekeken welke invloed die relatie heeft op hun betrokkenheid (d.i. engagement en loyaliteit). In het onderzoek onder studenten en alumni werd aangetoond dat relatiekwaliteit een positieve invloed heeft op studentbetrokkenheid en studentloyaliteit. Ook als relatiekwaliteit over de tijd heen gemeten wordt (longitudinaal), blijkt ze studentbetrokkenheid en studentloyaliteit gunstig te beïnvloeden. Uit het onderzoek komt naar voren dat als hoger onderwijsinstellingen de relatiekwaliteit regelmatig monitoren, zij adequater kunnen reageren op wat studenten nodig hebben in de relatie met hun opleiding. De bevindingen van het proefschrift voorzien in een beter inzicht in de relatie van studenten met hun opleiding. Die kan ten goede komen bij het opstellen van onderwijsbeleid bijvoorbeeld gericht op de begeleiding en omgang met studenten. Voor hoger onderwijsinstellingen en studenten kan dit gunstig zijn. Een goede relatiekwaliteit maakt dat studenten meer betrokken zijn bij hun studie en ze een positieve band tussen onderwijsinstellingen en studenten bewerkstelligt, ook na het afstuderen. Afgestudeerden blijven zo eerder betrokken bij hun voormalig onderwijsinstituut bijvoorbeeld doordat ze gastlezingen geven, stageplekken aanbieden en ideeën voor praktijkgericht onderzoek aanbrengen.