Hoger Onderwijs als publieke voorziening
DOI:
https://doi.org/10.59532/tvho.v40i3-4.13551Trefwoorden:
bestuur, hoger onderwijs, universiteit, betrouwbaarheidSamenvatting
Nederland is gezegend met een van de beste onderwijsstelsels ter wereld. Tegemoetkomen aan de roep om radicale vernieuwing is daarom onverstandig. In deze bijdrage wordt die stelling onderbouwd aan de hand van het werk van Hannah Arendt. In het bijzonder haar oproep om met het oog op de toekomst zich de verworvenheden uit het verleden goed te realiseren. In dit kader zijn twee vragen aan de orde: Hoe staat het hoger onderwijs er op dit moment voor, en wie is er aan zet als het gaat om aanpassing van het hoger onderwijs aan de veranderingen in de maatschappelijke omgeving? De eerste vraag leidt tot de conclusie dat er een discrepantie bestaat tussen de bedoelingen die aan het ontwerp van het onderwijsbestel ten grondslag liggen en de uitwerking ervan. Een belangrijke factor hierbij is de onvoorspelbaarheid van de politieke sturing en het onvermogen om daarbij vast te houden aan het concept ‘stelselverantwoordelijkheid’. De autonomie van instellingen komt hierdoor onvoldoende tot zijn recht, met ingrijpende negatieve gevolgen voor het onderwijsklimaat. Terugkijken naar de verworvenheden uit het verleden levert het antwoord op de tweede vraag op: Het is aan de instellingen om dit tij te keren.