Praktijkgericht onderzoek als methodologisch probleem
DOI:
https://doi.org/10.59532/tvho.v39i2.13386Trefwoorden:
praktijkonderzoek, methodologieSamenvatting
In deze bijdrage verdedigt de auteur de stelling dat we afscheid moeten nemen van het onderscheid tussen fundamenteel en praktijkgericht onderzoek (zoals in Doorewaard, Verschuren, 2015) en dat moeten vervangen door het onderscheid tussen twee vormen van praktijkgericht onderzoek: praktijkgericht fundamenteel onderzoek en toegepast onderzoek (zoals in Van Aken, Andriessen, 2011). Daartoe worden eerst beide opvattingen met elkaar vergeleken. Dan wordt geconcludeerd (1) dat praktijkgericht onderzoek inderdaad zowel fundamenteel als toegepast kan zijn, (2) dat het een tot het domein van de onderzoeker en het ander tot het domein van de professional behoort en (3) dat er grote verschillen bestaan in de methodologie (designs) van fundamenteel en toegepast onderzoek. Vervolgens onderzoekt de auteur het door Van Aken gemaakte onderscheid tussen twee vormen van praktijkgericht fundamenteel onderzoek: verklarend en ontwerpgericht onderzoek, en komt tot de conclusie dat ontwerpgericht onderzoek hetzelfde is als verklarend onderzoek en dat daar geen nieuwe methodologie voor vereist is. Dat betekent dat er maar twee vormen van praktijkgericht onderzoek zijn: fundamenteel en toegepast. In de conclusie wordt een doorlopende leerlijn toegepast onderzoek bepleit voor het methodologieonderwijs in hbo bachelors en masters. Bovendien wordt voorgesteld om bij toegepast onderzoek de vraag naar transfereerbaarheid (externe validiteit) te vervangen door de vraag 'wat heeft het afstudeeronderzoek bijgedragen aan de toegepaste body of knowledge?'